Met vereende krachten tillen de vier mannen de zwarte doodskist op de lage tafel midden in de kerk. Ze zweten ervan, er ligt blijkbaar een zwaargewicht in. Dat blijkt te kloppen als het deksel van de kist af gaat. Het voorhoofd en de buik van de man komen op gelijke hoogte boven de kist uit.
Eén van de mannen spuit wat eau de cologne rond de man en poedert zijn gezicht bij.
Ik ben wat verrast door het tafereel want ik was gewoon toeristisch aan het ronddwalen in de Sint Nicolaas Kathedraal, de Russisch orthodoxe kerk van Liepāja, Letland.
Ondertussen worden er kransen aan ‘s mans voeten gelegd en worden twee kleine jongetjes in mini kostuumpjes binnengebracht die vermoedelijk hun opa gedag moeten zeggen. Ze huilen.
We gaan maar naar buiten. Op de trappen komen in tegengestelde richting de mensen binnen om afscheid te nemen van de man die een rol had in hun leven.
Die kerk is ooit betaald door de laatste Russische tsaar, Nicolaas de tweede. Die van Raspoetin. Deze tsaar had als meest opvallende talent dat hij zijn oren consequent naar de verkeerde personen liet hangen. Het heeft hem uiteindelijk zijn leven gekost en dat van zijn gezin maar ook dat van duizenden jonge soldaten die hij een zinloze oorlog, de Russisch-Japanse, in sommeerde wegens bewijsdrift. Nou zijn de meeste oorlogen zinloos en hem werd het bovendien nog vooraf verteld. Maar ja, hij luisterde niet. Die kerk heeft hij wel gefikst wat op zich wel een mooi uitzicht is voor de mensen die in de spuuglelijke en verloederde sovjetsflats wonen die er omheen staan. Als je voor de flats staat, sta je eigenlijk te wachten tot er een balkon, raam of bewoner omlaag valt. Mooi van lelijkheid, wat ze ook na renovatie blijven.
De kerk is trouwens ook nog even muziekpodium geweest en een sportaccommodatie. Het basketbalveld in de lijnen op de houten vloer is er stille getuige van. De sovjets hadden het niet op religie en maakten er daarom maar een multifunctionele ruimte van. Toen ze weer verdwenen in ’91 werd het weer een kerk.
Eigenlijk is Liepāja een rare stad, vol prachtige houten huizen, aan een even zo mooi strand en met een haven vol kekke pakhuizen waar iedere projectontwikkelaar van zal likkebaarden.
Punt is alleen dat er meer huizen dan mensen zijn en dat het inzicht dat oude huizen mooi zijn wat aan de late kant kwam zodat de helft nu is dichtgespijkerd, of zo vervallen dat je je afvraagt of het nog goed komt. Liepāja wurmt zich de toekomst in met hippe biologische eettentjes die geweldig zijn ingericht, met allemaal hippe meisjes en jongens erin die steevast zijn getatoeëerd want dat verschijnsel is pas echt het Europa van nu. Maar je ziet er ook kledingwinkels met modellen die zelfs mijn moeder te gortig zou vinden qua belegenheid. Een stad met vele gezichten, ook die van de rood aangelopen mannen die de toekomst al lang geleden hebben ingeruild voor halve liter blikken.
Als je voor een toeristisch ideaalplaatje komt wordt je zeker teleurgesteld maar als je de rauwheid van de stad kan waarderen waarin de geschiedenis wordt weerspiegeld ben je hier goed. En je maakt nog eens wat mee.
tekst en foto: Marga de Waard