Boekfragmenten
Vlucht naar voren
‘Heden werk ik als friseur, maar ik kan hier mijn kosten niet verdienen, want ik word gebooicot.’ Van Zandwijk keek op van het vel. ‘Is dat wat, Wien?’ Haddewina knikte instemmend. Hij las het nog eens over. ‘Schrijf je dat zo ‘gebooicot’?’
“Ik doe het voor Jopie!”
Van Zandwijk schraapte zijn keel. ‘Vandaag is het 20 april’, begon hij. ‘Vandaag is mijn dochter jarig.’ In een hoek van de ruimte zette een lage stem een aarzelend ‘lang zal ze leven’ in, maar de stem stokte toen Van Zandwijk een bezwerend gebaar maakte: hij was voorlopig nog niet klaar.
De tuinman en de jonkheer
Bloemheuvel stapte nu naar voren en stond bijna neus aan neus met de jonkheer, die echter niet week of met de ogen knipperde. Eén van de WA-mannen deed een stap in hun richting, maar Bloemheuvel maande hem met een hand achter de rug tot afstand. Hij blies de rook van zijn sigaar in het gezicht van de jonkheer. ‘Weet jij wat jij riskeert? Weet je wel wat ze doen met lui zoals jij?’
De huurder en de huisbaas
Hij kwam heel dichtbij Van Zandwijk staan. De lucht van sigaren en zweet omspoelde hem. Samen met de in de hal hangende zware parfumgeuren van Bloemheuvels vrouw maakte het Van Zandwijk een beetje weeïg in de maagstreek. ‘Kan jij niet betalen Zandwijk? Hoor ik dat nou echt? Wat hadden we nou afgesproken de vorige keer?’
Dan maar trouwen
Ze zeeg neer op een stoel en wreef over haar jurk haar dikke buik. Ze begon te snikken. Paula kwam naast haar zitten. ‘Vertel nou eerst even rustig wat er gebeurd is.’
Naar Polen
‘Waar ligt Lublin Jan?’, vroeg Haddewina met een mengeling van verontrusting en ergernis. Want dat klonk niet als een plaats in de buurt. Sterker nog, ze vermoedde dat het ver buiten Nederland was. Van Zandwijk schraapte zijn keel. ‘Polen. Oost-Polen.’