‘Zie je het nou zelf ook, wat je doet?’ De sociaal verzorgster had wel wat van een strenge schooljuf. Ze had een bril en een knot. Die bewoog als ze sprak. Van Zandwijk probeerde te bedenken of ze ouder zou kunnen zijn dan hijzelf. Hij was net achtendertig geworden.
‘Hm…. hm’, antwoordde Van Zandwijk. Even, minder dan een seconde, gleden zijn ogen langs haar blik, die op hem gericht bleef na de vraag. Hij keek weer langs haar heen, naar de muur achter haar. De muur achter de ruwhouten tafel, met daar op Het Dossier, de twee metalen, wit geëmailleerde mokken, zijn trillende handen. Hij concentreerde zich op een vlek op die muur, een roestbruine vlek, ongeveer zo groot als een rijksdaalder. Hij kon hem van vorm laten veranderen en een beetje van kleur. Dan werd de vlek vanzelf roder.