Verhalen

Waarom ik herdenk: de Rotterdamse Silberstein familie en de oorlog

Herdenken doet pijn. Wat mij hevig omringt: de verleden tijd. Ten Prooi. ‘O, nu begrijp ik het’. (Armando, Aantekeningen over de vijand, 1981) Van Kaunas naar Rotterdam Mijn Joodse betovergrootouders Abraham Silberstein en Sophia Lewin (ook: Levin/Levy) verlieten rond 1870 Kaunas in Litouwen, dat toen nog Russisch was en Kowno heette. Ze vestigden zich uiteindelijk …

Waarom ik herdenk: de Rotterdamse Silberstein familie en de oorlog Lees verder »

Gefilte fish - afbeelding: Amazon.com

Joodse boterkoek

Ik werd geboren na een ramp die gezinnen vernietigde, familieleden uiteendreef en overlevenden het vermogen tot vertellen benam. Veel van wat ik weet over de geschiedenis van onze joodse familie heb ik samen met mijn broer bij elkaar moeten puzzelen uit bevolkingsregisters, oude kranten, het archief van het Rode Kruis, processen verbaal, Verkaufsbücher van door de bezetter onteigende panden en andere documenten. Kale feiten, waar ik zelf verhalen van heb gemaakt, zoals je kunt proberen om een puzzel te leggen waarvan de doos met het voorbeeld zoek is en waarvan je niet weet of de stukjes compleet zijn.

‘Waar we heen gaan weten we niet’ Sophia (Sophie, Fietje) van Geens, Rotterdam 10 augustus 1925 – Sobibor 28 mei 1943

‘Want heus we keren gauw met de gehele familie weer terug’ Mijn moeder herinnerde zich in 2016 nog hoe Fietje in 1942 afscheid kwam nemen in de Zoomstraat, in het Oude Noorden van Rotterdam. Mijn moeder was nog geen acht jaar oud, maar zou dat moment nooit meer vergeten. Fietje was haar grote nicht van …

‘Waar we heen gaan weten we niet’ Sophia (Sophie, Fietje) van Geens, Rotterdam 10 augustus 1925 – Sobibor 28 mei 1943 Lees verder »

Foto H. Egter van Wissekerke

Moffen en Rooien

In mei 1945 staat mijn grootvader ineens weer bij mijn grootmoeder in Apeldoorn voor de deur. Hij is 3 jaar weggeweest. Voor mijn oom en tante (die 2 en 4 jaar oud waren toen hij vertrok) lijkt de teruggekeerde vader in het begin een volkomen vreemde.

Herinnering (3)

Het was zondag 18 maart 1945, Rotterdam, Bergpolder.
Ik lag nog in bed en was wakker geworden van een harde klap, gevolgd door een enorme dreun.
Er was overduidelijk iets verschrikkelijks gebeurd, niet ver bij ons vandaan. Stukken hout, huisraad, stof, stenen en glas vlogen door de lucht, boven de huizen uit.
Er bleek een V1 neergestort te zijn in de wijk.

Zomaar een jongetje

Ze hoort een geluid bij de deur. Als ze opendoet staat er een wandelwagen op de stoep, met een tas eraan en een jongetje erin. Er zit een briefje bij: ‘Alstublieft, zorg voor hem, hij heet Simon.’
Snel trekt de vrouw het wagentje naar binnen en sluit de deur weer.

Een herinnering (2)

Ik was tien jaar toen mijn vader me naar een nabijgelegen dorp stuurde om iets te gaan kopen wat op de bon was. Ik weet niet meer wat, ik meende laarzen voor mij en mijn zusje. Ik was wel gewend aan zulke opdrachtjes, het was ook niet heel ver. Eerst moest ik een stukje door het bos, daarna langs de begraafplaats en dan kwam ik al bij de eerste winkels van het dorp.
Ik ging op pad en toen ik bij de begraafplaats kwam viel me een vreemd geluid op maar voor ik had bedacht wat het was volgde de klap.