Verhalen

Waarom ik herdenk: de Rotterdamse Silberstein familie en de oorlog

Herdenken doet pijn. Wat mij hevig omringt: de verleden tijd. Ten Prooi. ‘O, nu begrijp ik het’. (Armando, Aantekeningen over de vijand, 1981) Van Kaunas naar Rotterdam Mijn Joodse betovergrootouders Abraham Silberstein en Sophia Lewin (ook: Levin/Levy) verlieten rond 1870 Kaunas in Litouwen, dat toen nog Russisch was en Kowno heette. Ze vestigden zich uiteindelijk in Rotterdam in de Zandstraatbuurt, na omzwervingen in Duitsland. In Duitsland en Rotterdam zouden ze vijf kinderen krijgen, drie zoons en twee dochters. Hun oudste zoon Seelig werd in 1875 in Osnabrück geboren. Twee zoons, Jakob en Moses, werden in Hannover geboren. Jakob en Seelig overleden in respectievelijk 1906 en 1918. Mijn oma Sophia (Fie)

Lees meer»

Luxor 14 mei 1940

14 mei 1940, Rotterdam Diergaardesingel 70, 13.20 uur Van Zandwijk wierp een blik op zijn horloge, het liep al weer tegen half twee, als hij doorstapte was hij misschien nog op tijd bij Loos voor haar pauze. Op het moment dat hij de sleutel in zijn broekzak stopte en de straat overstak klonk het klagelijk gehuil van het luchtalarm over de daken van de Diergaardesingel. Hij ging automatisch hollen. Richting Hofplein, steeds sneller. Zijn verstand zei hem de andere kant op te rennen, waar weken geleden nog een schuilkelder was gegraven in een plantsoen. Maar zijn gevoel trok hem de kant van het centrum op, naar haar. Nog jarenlang, voordat

Lees meer»

U mag hier tekenen

3 juni 1943, Rotterdam, Zoomstraat 5a, 11:05 uur De brief had de stenen vloer achter de voordeur nog niet geraakt of Sophia had hem te pakken. Onmiskenbaar Andries’ handschrift op de envelop, achterop bevestigd met een ’A. Overdijk, Berlijn’. Hoe lang was Andries nou eigenlijk ook thuis geweest? Drie, vier weken op zijn hoogst. Eind april was hij uit Bretagne terug gekomen. Hoe het geweest was? ‘Zwaar,’ veel meer was er niet uit gekomen. Ja dat hij een duikbootbasis had gebouwd voor de moffen. Maar daar had hij op een enkele keer verlof ook al verslag van gedaan. Hij was een dag na terugkeer in Rotterdam naar het Arbeidsbureau geweest

Lees meer»

De puin was op

20 september 1940 Gemeentelijke Arbeidsbeurs Middellandstraat Rotterdam, 10:15 uur ‘Hee, wat kijk ie nou moeilijk?’ Lachend stapte Andries naar buiten met een stapeltje papieren in zijn hand. Zijn zwager Hein trapte zijn peuk uit en spoog op de grond. ‘Ronselaars. Zijn toch allemaal ronselaars van die Arbeidsbeurs? Waar willen ze je heen hebben?’ ‘Duitsland. Bremen.’ ‘Godverdomme Dries, daar zal Fie niet blij mee zijn joh.’ Hein keek van Dries naar Sophia, die naast hem de kinderwagen heen en weer bewoog. ‘Ja hoor es, de puin is op. Dus het werk ook. Bovengronds valt straks niks meer te doen voor ons.  Die kelders en dat soort dingen is allemaal voor vaklui.

Lees meer»
Kantine Kamp

Kantine Kamp Amersfoort

Dinsdag 5 mei 1942, Amersfoort, Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort 11.00 uur Hij sneed de plakken van het kleffe, grijze brood dun af, zoals hem was voorgedaan door kantinehouder Maarten Boerebach. Voorzichtig legde hij ze in de broodmand op het witte, damasten servet. ‘Let er nou op dat je ze niet breekt, die sneden, want daar houden ze niet van. En het staat slordig,’ legde Boerebach uit, terwijl hij zijn handen drogend achter de toog vandaan kwam om Van Zandwijk op zijn werk te kijken. Die kreeg er de zenuwen van, het zweet prikte al op zijn rug. Nee, rommelig daar hielden die Duitsers niet van. Dat zag je meteen bij binnenkomst

Lees meer»
Gefilte fish - afbeelding: Amazon.com

Joodse boterkoek

Ik werd geboren na een ramp die gezinnen vernietigde, familieleden uiteendreef en overlevenden het vermogen tot vertellen benam. Veel van wat ik weet over de geschiedenis van onze joodse familie heb ik samen met mijn broer bij elkaar moeten puzzelen uit bevolkingsregisters, oude kranten, het archief van het Rode Kruis, processen verbaal, Verkaufsbücher van door de bezetter onteigende panden en andere documenten. Kale feiten, waar ik zelf verhalen van heb gemaakt, zoals je kunt proberen om een puzzel te leggen waarvan de doos met het voorbeeld zoek is en waarvan je niet weet of de stukjes compleet zijn.

Lees meer»

‘Waar we heen gaan weten we niet’ Sophia (Sophie, Fietje) van Geens, Rotterdam 10 augustus 1925 – Sobibor 28 mei 1943

‘Want heus we keren gauw met de gehele familie weer terug’ Mijn moeder herinnerde zich in 2016 nog hoe Fietje in 1942 afscheid kwam nemen in de Zoomstraat, in het Oude Noorden van Rotterdam. Mijn moeder was nog geen acht jaar oud, maar zou dat moment nooit meer vergeten. Fietje was haar grote nicht van 17 jaar. ‘Ze hoefde niet te gaan…’, zei ze er bij. Ik durfde niet zo goed te vragen wat ze bedoelde en een paar maanden later kon dat ook niet meer. Fietjes moeder, Paulina van Geens-Silberstein, was in 1918 getrouwd met de Amsterdamse koopman Hartog van Geens. Net als haar broers trouwde ze binnen de

Lees meer»

Vlucht naar voren

‘Heden werk ik als friseur, maar ik kan hier mijn kosten niet verdienen, want ik word gebooicot.’
Van Zandwijk keek op van het vel. ‘Is dat wat, Wien?’ Haddewina knikte instemmend. Hij las het nog eens over. ‘Schrijf je dat zo ‘gebooicot’?’

Lees meer»

“Ik doe het voor Jopie!”

Van Zandwijk schraapte zijn keel. ‘Vandaag is het 20 april’, begon hij. ‘Vandaag is mijn dochter jarig.’ In een hoek van de ruimte zette een lage stem een aarzelend ‘lang zal ze leven’ in, maar de stem stokte toen Van Zandwijk een bezwerend gebaar maakte: hij was voorlopig nog niet klaar.

Lees meer»

De tuinman en de jonkheer

Bloemheuvel stapte nu naar voren en stond bijna neus aan neus met de jonkheer, die echter niet week of met de ogen knipperde. Eén van de WA-mannen deed een stap in hun richting, maar Bloemheuvel maande hem met een hand achter de rug tot afstand. Hij blies de rook van zijn sigaar in het gezicht van de jonkheer.
‘Weet jij wat jij riskeert? Weet je wel wat ze doen met lui zoals jij?’

Lees meer»
Bij de kapper 2015 - foto Eric Burger

De huurder en de huisbaas

Hij kwam heel dichtbij Van Zandwijk staan. De lucht van sigaren en zweet omspoelde hem. Samen met de in de hal hangende zware parfumgeuren van Bloemheuvels vrouw maakte het Van Zandwijk een beetje weeïg in de maagstreek.
‘Kan jij niet betalen Zandwijk? Hoor ik dat nou echt? Wat hadden we nou afgesproken de vorige keer?’

Lees meer»

Dan maar trouwen

Ze zeeg neer op een stoel en wreef over haar jurk haar dikke buik. Ze begon te snikken. Paula kwam naast haar zitten. ‘Vertel nou eerst even rustig wat er gebeurd is.’

Lees meer»

Naar Polen

‘Waar ligt Lublin Jan?’, vroeg Haddewina met een mengeling van verontrusting en ergernis. Want dat klonk niet als een plaats in de buurt. Sterker nog, ze vermoedde dat het ver buiten Nederland was.
Van Zandwijk schraapte zijn keel. ‘Polen. Oost-Polen.’

Lees meer»

‘It’s gonna be wonderful!’

Dat zegt Uldis, een zesentwintigjarige leraar Engels en literatuur, met rood haar wat hij in een knotje op zijn hoofd draagt, vol getatoeëerde armen – en hij is gay. Dat laatste vind ik een mooie meevaller want ik vroeg me af hoe het hier in Letland zit met de Katholieke kerk op rechts en de erfenis van de net zo strikte leer van de Sovjets op links.

Lees meer»
Liepaja foto Marga de Waard

Liepāja’s rauwe schoonheid

Liepāja wurmt zich de toekomst in met hippe biologische eettentjes die geweldig zijn ingericht, met allemaal hippe meisjes en jongens erin die steevast zijn getatoeëerd want dat verschijnsel is pas echt het Europa van nu.

Lees meer»
Aizpute augustus 2019 foto Eric Burger

‘Groeten uit Hazepoot’

‘Groeten uit Hazepoot’ zal er onder de brieven hebben gestaan. Maar op een dag was Andries verdwenen. De laatste brief uit Hazepoot in Koerland was te lang geleden. Ook de maandelijkse uitbetalingen van het loon, aan zijn vrouw Sophia in Rotterdam, waren nu gestaakt. Sophia was Joods en had de zorg voor vijf kinderen, waaronder mijn moeder die toen negen jaar was. Andries was haar stiefvader.

Lees meer»
Jood in Kaunas

Jood in Kaunas

Vandaag sta ik in Kaunas, Litouwen. De Joden, hun synagogen, hun taal en cultuur, voor de oorlog nog zo prominent aanwezig, alles is sindsdien zo goed als verdwenen uit Kaunas. Ik sta in Kaunas en zoek naar iets dat me verbindt met deze plek, met mijn Joodse roots.

Lees meer»
sobibor huis vm kampcommandant - foto eric burger

Sobibor, niet vergeten

En nu, zomer 2019 sta ik aan de rand van een met witte keien gemarkeerde vlakte, midden in een bos aan de Pools-Wit-Russische grens. Sobibor. Het stationnetje herken ik meteen. Van de foto’s. Maar ook van de film Escape from Sobibor waarin Rutger Hauer, voor mij voor altijd Floris, een gebrekkig Engels sprekende Russische opstandeling speelt.

Lees meer»

Meisje in Auschwitz

Hee meisje, tenminste, dat denk ik, dat je een meisje was van een jaar of zestien. Alleen op die leeftijd trek je onpraktische schoenen aan, gewoon omdat je ze mooi vindt. Op je hoge hakken naar je nieuwe onderkomen, een koffertje met een paar kleren, misschien had je je mooiste jurk wel bij je. Misschien heeft je moeder je laten begaan en gedacht als ze dat nou graag wil, of misschien worden we maar tijdelijk ergens anders ondergebracht. Misschien was ze bang en heeft ze het niet gezien…

Lees meer»
Auschwitz Birkenau Eric Burger 2019

Auschwitz Birkenau

Ik had gelezen dat Auschwitz zo vervloekt was dat zelfs de vogels er het zwijgen toe deden. Maar ik zag en hoorde mussen, zwaluwen en daar waar ik het zeker niet had verwacht een specht en een roofvogel.

Lees meer»

Krakau, in de Joodse wijk

Ze zegt: we hebben vandaag Auschwitz gedaan, je moet er geweest zijn maar we vonden de zoutmijnen mooier, wil je de foto’s zien van de zoutmijnen? Ze pakt haar iPad en bladert met een gelakte nagel door de foto’s van vandaag.  werden uit heel Europa aangevoerd, niet alleen hier uit de omgeving, uit Scandinavië, overal vandaan, zigeuners ook, wist je dat?

Lees meer»
Foto H. Egter van Wissekerke

Moffen en Rooien

In mei 1945 staat mijn grootvader ineens weer bij mijn grootmoeder in Apeldoorn voor de deur. Hij is 3 jaar weggeweest. Voor mijn oom en tante (die 2 en 4 jaar oud waren toen hij vertrok) lijkt de teruggekeerde vader in het begin een volkomen vreemde.

Lees meer»

Bijna op reis..

De voorbereidingen zijn gestart, over anderhalve week gaan we naar Krakow, de eerste stad die we aan doen. We houden je op de hoogte

Lees meer»
Am Beelitzhof, Berlijn

‘Dit is…. Rotterdam!’

‘Hee hee, ik ben goddomme net binnen Fie! Pleskov is echt niet naast de deur hè. Ik dacht dat je blij was dat ik thuis was en dan meteen dit gezeik,’ riep hij haar achterna. Andries stortte in de kamer neer op een stoel en knoopte zijn uniformjas los. Verwonderd en enigszins verontrust keken de kinderen van een afstand toe. Een jaar was lang.

Lees meer»

Herinnering (3)

Het was zondag 18 maart 1945, Rotterdam, Bergpolder.
Ik lag nog in bed en was wakker geworden van een harde klap, gevolgd door een enorme dreun.
Er was overduidelijk iets verschrikkelijks gebeurd, niet ver bij ons vandaan. Stukken hout, huisraad, stof, stenen en glas vlogen door de lucht, boven de huizen uit.
Er bleek een V1 neergestort te zijn in de wijk.

Lees meer»

Zomaar een jongetje

Ze hoort een geluid bij de deur. Als ze opendoet staat er een wandelwagen op de stoep, met een tas eraan en een jongetje erin. Er zit een briefje bij: ‘Alstublieft, zorg voor hem, hij heet Simon.’
Snel trekt de vrouw het wagentje naar binnen en sluit de deur weer.

Lees meer»
Fragment Triumph des Willens (1935), Leni Riefenstahl

De oren vrij, selbstverständlich

De soldaten posteerden zich in een keurige rij op het grind langs de voorgevel van de woning annex kapperszaak. Toen een eerste zich onder het raam door de knieën liet zakken om te gaan zitten, volgden de anderen zijn voorbeeld. Duitse soldaten in grijze uniformen met glimmend leren riemen. Of soldaten, het waren eigenlijk nog jongens. Ze dolden met elkaar voor een ruimere plek onder het raam. Van Zandwijk zag het van binnen uit de woonkamer met de kappersstoel even aan en knipte weer snel door. Tien blonde jongens die identieke kapsels wensten: van achteren kort en opgeknipt, van voren een ruime blonde kuif, de oren vrij. Selbstverständlich.

Lees meer»

Een herinnering (2)

Ik was tien jaar toen mijn vader me naar een nabijgelegen dorp stuurde om iets te gaan kopen wat op de bon was. Ik weet niet meer wat, ik meende laarzen voor mij en mijn zusje. Ik was wel gewend aan zulke opdrachtjes, het was ook niet heel ver. Eerst moest ik een stukje door het bos, daarna langs de begraafplaats en dan kwam ik al bij de eerste winkels van het dorp.
Ik ging op pad en toen ik bij de begraafplaats kwam viel me een vreemd geluid op maar voor ik had bedacht wat het was volgde de klap.

Lees meer»
Foto: Eric Burger

Het bombardement

‘Hou je nou op, je blijft hier, hoor je me? Het is oorlog hoor!’ Het was stralend weer op deze middag in mei en Sophia wist niet hoe ze de kinderen binnen moest houden in die te krappe woning tussen Goudsche Singel en Goudsche Weg. Andries was onlangs ook bij hen ingetrokken en zat hele dagen thuis te niksen.

Lees meer»

14 mei 1940, Rotterdam Diergaardesingel 70 13.15 uur

Van Zandwijk bleef in de deur van de kapperszaak aarzelen, zijn jasje gevouwen over één arm, de huissleutel in zijn hand. Jasje aan of jasje uit? De voorjaarszon scheen uitbundig. Afsluiten of toch maar blijven? De klandizie was de hele ochtend bedroevend laag geweest, terwijl het gewoonlijk op dinsdagochtend druk genoeg was om hulp van het inkrulmeisje in te zetten. Maar Van Zandwijk had haar aan het begin van de ochtend al naar huis gestuurd.Het was ook niet vreemd dat de klanten weg bleven, de oorlog woedde al meer dan vier dagen rond de stad.

Lees meer»

Schuld

‘Zie je het nou zelf ook, wat je doet?’ De sociaal verzorgster had wel wat van een strenge schooljuf. Ze had een bril en een knot. Die bewoog als ze sprak. Van Zandwijk probeerde te bedenken of ze ouder zou kunnen zijn dan hijzelf. Hij was net achtendertig geworden.

‘Hm…. hm’, antwoordde Van Zandwijk. Even, minder dan een seconde, gleden zijn ogen langs haar blik, die op hem gericht bleef na de vraag. Hij keek weer langs haar heen, naar de muur achter haar. De muur achter de ruwhouten tafel, met daar op Het Dossier, de twee metalen, wit geëmailleerde mokken, zijn trillende handen. Hij concentreerde zich op een vlek op die muur, een roestbruine vlek, ongeveer zo groot als een rijksdaalder. Hij kon hem van vorm laten veranderen en een beetje van kleur. Dan werd de vlek vanzelf roder.

Lees meer»

Kralingse bos

september negentienveertig
ik ruik gevallen blaren
mijn nieuwe parka kriebelt
ik krijg geen hand
maar de zon schijnt

Lees meer»

Stoorvogel

Vanaf de volgescheten houten paal in de berm hield de buizerd hem nauwlettend in de gaten. Knipperen buizerds eigenlijk wel met hun ogen? De vogel bleef hem roerloos aanstaren. Achter de vogel dekte een laag grondmist de weide toe. Verderop was de bosrand.

‘Als ik wegga val je aan,’ dacht Van Zandwijk. ‘Maar deze keer ben ik je voor.’ Hij ademde langzaam uit, tot zijn longen leeg waren. Hij mikte zorgvuldig tussen de ogen en drukte af. Blam!

Lees meer»

Een herinnering (1)

‘Ik heb niet zoveel last gehad van de oorlog eigenlijk, het ging allemaal een beetje aan me voorbij.
Ik was ook nog maar een klein meisje natuurlijk, een jaar of zes, zeven. Vlak bij bij ons huis zaten wel Duitse soldaten, die waren in het huis gaan zitten waar eerst een andere familie woonde.

Lees meer»

De stoorvogel is online!

De stoorvogel is online! We zijn trots op de site met het mooie logo gemaakt door Marjon Euser.
De komende tijd zullen we verhalen, gedichten en interviews gaan plaatsen waarmee we de geschiedenis levend willen houden. Wanneer je je verdiept in de oorlogsgeschiedenis merk je al gauw dat er nog genoeg te vertellen valt. De verbazing over wat er toen kon gebeuren, blijft ons in de greep houden.
In augustus maken we een reportage vanuit Polen, Litouwen en Letland waar we in de voetsporen van de hoofdpersoon uit Erics aankomende roman zullen treden.
We houden je op de hoogte en zullen wekelijks een nieuw item plaatsen ondersteund door onze fotografie.
Heel leuk als je ons blijft volgen!
Marga & Eric

Lees meer»